Inleiding
Je hebt een
belofte gemaakt met je zus, die twee maanden geleden vertrokken is om haar
grote droom achter na te jagen. Ze zou je één keer per week, niet meer en niet
minder, een kaart sturen als teken van leven. Maar op een dag ontvang je een tweede
brief in een week en ontdek je tekens en zinnen die je zus normaal nooit zou
schrijven. Wat zou jij doen? Zou jij je zorgen maken? Of zou je er niet om
piekeren? Dit is een beschrijving van het boek Verdoofd. Een boek wat een
opvallende cover heeft met een leuk ‘Politie, niet betreden’ bandje er omheen,
waar gelijk mijn oog op viel. Ook heb ik voor dit boek gekozen, omdat Mel
Wallis de Vries een goede beoordeling over het boek heeft gegeven. Ik heb al
veel boeken van Mel Wallis de Vries gelezen, omdat ik vind dat ze spannende
verhalen schrijft. Dus dit boek trok me erg aan.
In dit leesverslag vertel ik kort waar het boek over gaat, geef ik de zakelijke gegevens, geef ik mijn mening en maak ik twee verwerkingsopdrachten over het boek.
Zakelijke gegevens
Titel:
Verdoofd
Auteur: Cis
Meijer
Aantal
bladzijden: 240
Uitgever: De
Fontein, Utrecht
Jaar van
uitgave: 2014
Cis Meijer
(1970) studeerde film- en televisiewetenschap en werkt als editor. Haar
ervaring als model inspireerde haar tot het schrijven van Verdoofd. Verdoofd is
haar eerste debuut.
Samenvatting
De
vijftienjarige Lotte woont samen met haar vader in Amsterdam. Haar zus Nina,
vertrok twee maanden geleden, vlak na haar achttiende verjaardag, om haar grote
droom achter na te jagen. Een carrière als internationaal model. Lotte en Nina
hebben een samen een hechte band, waar niets of niemand tussen kan komen.Toen Nina vertrok maakten ze de afspraak dat Nina één keer per week één
ansichtkaart, als teken van leven zou sturen, niets meer en niets minder.
Opeens ontvangt Lotte een kaart voor de tweede keer in de week. Als ze de kaart
goed bestudeert, merkt ze meerdere tekens en teksten op, die Nina normaal nooit
zou schrijven.
Lotte heeft het
gevoel dat er iets niet klopt. Ook heeft ze het angstige gezicht van Nina voor zich gezien. Samen met haar
vader vertrekt ze naar Parijs. Lotte heeft geen idee hoe ze Nina moet vinden,
want Nina heeft geen adres achtergelaten, ook geen telefoonnummer.
Eenmaal
aangekomen in Parijs, gaat ze op onderzoek uit. Ze logeert bij een vriendin van
haar vader, kunstenares Josephine en haar zoon Jean- Paul. Al snel spreekt Lotte de overbuurman. Deze
man, Tamati, merkt op dat ze zich zorgen maakt en vertelt over zijn helderziende
broer Anaru. Hij leeft in de catacomben: het gangenstelsel onder de grond bij
het metrostation Mouton-Duvernet. In de catacomben is het erg gevaarlijk, je
kunt er verdwalen en er lopen zwervers, drugsgebruikers en dealers rond. Na een paar heftige gebeurtenissen in de
catacomben is Lotte aangekomen bij Anaru. Hij roept: “Je moet haar helpen!”.
Hij zei ook dat hij het benauwd kreeg en een sterke bloemengeur rook. Hij had
geen controle meer over zijn lichaam, voelde zich versteend en hij kon niets
zien.
Later de
week gaat Lotte met haar vader naar de opening van de expositie van Galerie
Seine 51 op uitnodiging van Josephine en Jean- Paul. Daar valt ze van de spanning flauw en wordt ze op de been geholpen door de beeldend
kunstenaar Abe Blom. Net als Jean- Paul is hij half Nederlands en half Frans. Deze
man, begin dertig, is gezichtsblind. Dat betekent dat hij geen gezichten kan
herkennen. Hij heeft les gehad van Josephine en is een groot talent met verf,
metaal en klei.
Lotte gaat samen
met Jean Paul op bezoek bij de werkgever van Nina: Lisandro. Hij geeft haar de
reservesleutel van Nina’s kamer, zo krijgen Lotte en Jean Paul de kans om
Nina’s laptop en dagboek te doorzoeken. Hieruit volgt belangrijke informatie.
In de nacht vertrekt Lotte samen
met straathond en voorheen speurhond Vatan die aan het jurkje van Nina geroken
heeft. Ze komen uit bij een woning, waar Vatan aanslaat. Ze hoort daar
vioolmuziek en klimt naar binnen via een openstaand raam. Ze wordt betrapt door
de bewoner, Abe, die wel wat gezelschap kan gebruiken nu hij bijna klaar is met
zijn sculptuur. Dan wordt ze plotseling vastgebonden, maar gelukkig heeft ze
een mesje in haar hand verstopt. Abe vertelt hoe hij de codes op de kaarten ontdekte
en van Josephine hoorde dat Lotte zou komen. Nina had al snel door dat Abe een
psychopaat is en wilde de vriendschap verbreken. Nina is het eerste meisje dat
Abe zich kan herinneren vanwege haar ene bruine- en andere groene oog. Hij ziet
dat als een teken en als hij haar niet kan hebben, dan zal hij haar schoonheid
voor altijd vereeuwigen. Hij heeft haar verdoofd met papavers en met
sneldrogende klei besmeerd. Op de geboortedag van zijn moeder, die hij ook
vergiftigd heeft, wil hij dat vervolgens in brons gieten. Lotte weet met het mesje haar handen los te
krijgen en Vatan geeft haar softbal aan. De gooit die tegen Abe, die daardoor
tijdelijk uitgeschakeld is. Als ze haar zus naar buiten wil brengen komt hij
helaas weer bij en volgt een zware
worsteling. Gelukkig komt de politie. Na een paar dagen in het ziekenhuis is
Nina weer opgeknapt. Ze gaat met haar vader en Lotte terug naar Nederland. Ook
Vatan gaat mee en Lotte houdt contact met Jean- Paul.
Mening
Het boek
verdoofd maakte me heel nieuwsgierig.
Dit komt, omdat er veel spanning in het verhaal wordt gebruikt. Er wordt o.a.
veel gebruik gemaakt van spannende ruimtes, zoals het kerkhof en de catacomben.
Een catacombe is een ondergronds stelsel van gangen en kamers. Ook wordt er
door de auteur gebruik gemaakt van vertraging. Lotte komt namelijk beetje bij
beetje dichterbij, dus de auteur vertraagt de gebeurtenis, waardoor je nog
langer moet wachten op een antwoord. Dit wekt veel nieuwsgierigheid op, want
het liefst zou je meteen willen weten waar Nina is.
In dit
fragment bevindt Lotte zich in de schedelgang van de catacomben.
Mijn vinger strijkt langs iets ruws. Ik trek hem terug en sta stil. W-was dat een schedel? Ik ril bij de gedachte. Niet aan denken. Niet aanstellen. Het zijn maar een paar botjes, die
heb je zelf ook. Ik zet mijn vinger opnieuw tegen de muur en voel een bolling,
een gat, weer iets ruws, een gat, een scherpe rand. Oogkassen, kaken,
voorhoofden. Hoeveel botten van mensen liggen hier opgestapeld? Boven me hoor
ik een gonzend geluid. Een metro.
Het is een
boek met een verrassend einde. Ik
was er nooit opgekomen dat Abe met de verdwijning van Nina te maken zou hebben.
Het verhaal is heel mooi opgebouwd zodat je zelf nog veel kan fantaseren,
ontdekken en interpreteren. Zo had ik een ander einde in gedachte, maar dat
klopte uiteindelijk niet. Abe is gezichtsblind, dat is een aandoening waarbij
je problemen hebt met gezichten herkennen. Nina was een opvallend meisje, omdat
ze één groen oog en één bruin oog heeft. Abe wil Nina voor altijd bij zich
houden, omdat Abe Nina goed kan herkennen. Daarom wil hij haar voor altijd bij
zich houden en vereeuwigen.
De schrijfster
heeft vlot geschreven, dat betekent
dat het verhaal snel verloopt. Er zijn geen bij-onderwerpen, het gaat telkens
om één specifiek onderwerp: de zoektocht van Nina. Hierdoor wordt het minder
verwarrend om te lezen en nu kan je je ook goed richten op dat onderwerp. Ook maakt
de schrijfster weinig gebruik van moeilijke woorden, wat ik zelf fijn vindt,
omdat ik geen goede woordenschat heb.
Opvallendste fragment
Het opvallendste
fragment was voor mij het moment wanneer Lotte midden in de nacht bij het huis
van Abe kwam en dat ze dus ontdekte dat Nina daar ook was. In het hele boek
staat de zoektocht naar Nina centraal en in dit fragment wordt beschreven hoe
zij haar zus uiteindelijk gevonden heeft, terwijl ze beiden nog in gevaar zijn.
Het fragment is ook heel goed geschreven, want de spanning werd van tevoren al hoog
opgebouwd. Dus op het moment dat Lotte ontdekte dat Nina onder het kleed met een
laag klei over zich heen lag, zat ik echt op het puntje van m’n stoel.
Korte verwerkingsopdracht
Maak van een passage uit het verhaal een strip van minimaal acht plaatjes. Ik heb een strip gemaakt van een passage aan het begin van het verhaal. Hier krijgt Lotte de tweede brief in de week en maakt ze zich zorgen over Nina.
Schrijf een kort verhaal met hetzelfde thema als dat van het gelezen boek. Ik heb een verhaal geschreven over een meisje dat ook door een wraakzuchtig persoon vast gehouden wordt. Maar dit meisje heeft weinig vrienden en familie. Niemand is op zoek naar haar.
’s Nachts kijk
ik vaak door het raampje in de deur naar buiten. Ik houd van de koele
avondlucht die zacht over mijn gezicht strijkt; het voelt als de rustige
ademhaling van de wereld die slaapt. Alles is stil. Uitgestorven. Iedereen
slaapt. Hier en daar hoor ik een suizend, rustgevend geluid. Was de nacht maar
van mij en van mijn gedachten. Maar ik weet dat het een ongrijpbaar verlangen
is.
De nacht
betekent veel voor me, het maakt me rustig. Het maanlicht tekent een fijn web
op de verlaten straten en wist alles van de dag weg. Maar elke ochtend, als de
duisternis verdwijnt en de stad ontwaakt, vult mijn hoofd zich weer met donkere
gedachten. Zou iemand mij ooit vinden? Nee, voor hoelang blijf ik hier dan wel
niet? Leef ik over vijf jaar nog? Zou iemand überhaupt aan mij denken? De laatste tijd worden de donkere gedachten steeds groter en
overheersender. Mijn lichaam is als een zwarte leegte waarin al mijn gevoelens
van vreugde en blijdschap zijn verdwenen. Het maakt me radeloos. Diep van
binnen maken mijn duistere gevoelens me kapot. Ze vernietigen me.
Een sirene
klinkt in de verte, elke keer weer hoop ik dat het geluid van de sirene luider
wordt en mijn kant op komt. Maar nee, helaas. Een straaltje zonlicht valt door
het raam, de zon komt op. Elke nacht weer hoop ik dat de dag vergeet te komen.
Maar tevergeefs. Mensen ontwaken en komen uit hun huizen. Als mieren
verspreiden ze zich razend snel en luidruchtig door de straten en nemen de stad
in alsof hij van hen is. Het daglicht stroomt over hun gezicht en hun huid
weerkaatst het licht met een vanzelfsprekendheid alsof de zon speciaal voor hen
schijnt. Ze praten te luid, lachen te hard, vernietigen de natuur en hebben
geen oog voor iets anders dan hun eigen bestaan. Zo is dus ook de grote man met
lange jas die mij elke dag een glaasje water met een slaappil komt brengen. Hij
wacht net zo lang tot ik in slaap val. Als het langer duurt dan een half uur of
als ik weiger het op te drinken, mishandelt hij me. Opnieuw. Elke dag weer. Een
trap in m’n buik, een stomp tegen m’n arm of een snee in m’n hand. Wat bezielt
hem? Hij denkt echt dat hij alles kan maken. Niemand kan mij kapot maken, maar
ik kan wel iemand kapot maken, zou hij wel denken. Maar op een dag ben ik weg
uit deze hel en maak ik hem kapot.
Ik hoor
voetstappen dichterbij komen. De planken kraken en de deur gaat open. De duistere
man heeft opnieuw een glaasje water in zijn hand, zie ik door mijn gespleten
ogen. Dit keer zie ik geen pil en ook geen mes. Dit is mijn kans. Mijn kans om
uit de hel te ontsnappen. Ik doe net of ik slaap en dan trap ik hem. Ik word
zenuwachtig. De stappen komen dichterbij. Hij raakt me aan. Wakker worden,
roept hij. Dit is het moment, denk ik in mijn gedachten. BAM, ik sla toe. Hij valt
met een duffe klap neer op de grond. Ik haal het masker van zijn gezicht. Ik kan
het niet geloven. Is dit nou Mark, mijn ex-vriend? Zijn blauwe ogen,
spitsneusje en moedervlekje op zijn wang. Ik weet het zeker. Het is Mark!! Hij beweegt,
hij opent zijn ogen. Zo snel als ik kan ren ik weg. Geen idee waar naartoe,
maar weg van wraakzuchtige Mark!
Bronvermelding
- Handboek Leswijs Nederlands
- Verdoofd
Bronvermelding
- Handboek Leswijs Nederlands
- Verdoofd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten